Gratis lessen

Gratis lessen 

Onder de tabbladen staan in het totaal meer dan 300 lessen, lesideeën en oefeningen. Ze zijn gericht op authentieke manieren jezelf en de wereld te tonen. Om te kunnen tonen, moet je maken. Maken is leren met de handen. Leren door te doen. Doe-activiteiten dus.

De lessen zijn geordend onder 'kleuters', 'middenbouw', 'bovenbouw' en 'de wijk in'. De ordening in bouwen is gebaseerd op Michael Parsons. Kleuters  zijn associatief en experimenteren en ontdekken en geven na afloop betekenissen. Middenbouwleerlingen geven de wereld weer in schema's. Een voorbeeld van een schema: een  'V' is een vogel. In de bovenbouw weten leerlingen al veel, weten dus ook waar ze naar moeten kijken, zien details. In de schema's komen steeds meer details en langzaam maar zeker worden de tekeneningen (bijna) realistisch. Technieken helpen dan de wereld natuurgetrouw weer te geven. Michael Parsons zegt zelf dt dit maar een indeling is, een model. Modellen zijn vereenvoudigingen van de werkelijkheid. De werkelijkheid is dat elk kind, elke klas leerlingen een eigen ontwikkeling doormaakt. Er zijn groepen die boven of onder het niveau van het model aan het werk zijn. Dan is het beter aan te sluyiten dan te frustreren. KIJK NAAR KINDEREN! Laat kinderen leidend zijn. 

Onder het tabblad 'de wijk in', hebben studenten de omgeving van de school gebruikt om die omgeving bij kinderen bewust te maken. Door buiten verbeeldende activiteiten te organiseren op plekken die daar aanleiding voor geven, eigenen kinderen zich die plekken toe. Ze worden zichzelf en die plek bewust.


'De verbeelding aan de macht' 

'Verbeelden' gaat over tonen van eigen ervaringen, eigen gedachten en/of eigen gevoelens. Verbeelden gaat over op een eigen manier verhalen vertellen, verhalen over jezelf, verhalen over zoals jij de wereld ervaart. Verbeelden is hoogst persoonlijk. Ook al  krijgt elk kind uit de groep eenzelfde opdracht, als het goed is maakt elk kind een uniek eigen werk. Werk dat jouw gedachten toont, jouw gevoelens, jouw ervaringen. Het werk toont wie je bent en hoe jij je verhoudt tot de ander, het andere'.  

Verbeelden kan op veel manieren; met dans, muziek, toneel, etc.. Deze website beperkt zich tot beeldend. 


'Leren door te doen'.

Jelle Jollis beschrijft drie manieren van denken; 1.het logisch linguïstisch denken, 2. denken door te doen en 3. creatief denken.  Het betekent dat kinderen aan de slag moeten, niet eindeloos moeten praten over wat en hoe en waarom maar de handen uit de mouwen moeten steken; experimenteren, uitproberen, ontdekken, zoeken ... leren door te doen. Niet persé gericht op een product al is dat voor kinderen ook belangrijk; het proces van maken is leren. Het tonen aan elkaar van wat er gemaakt is, is leren. Het praten over eigen en andermans werk is leren. De meeste kinderen houden van leren door te doen. 

De woorden 'verbeelden' en 'creativiteit' worden veel ten onrechte door elkaar gebruikt, vaak als synoniemen. Creativiteit gaat over denken. Verbeelden gaat over creëren = maken. Iedereen denkt. Iedereen is creatief. Je hebt creativiteit voor alle vakken, voor alles in het leven nodig. Creatief kunnen denken is dus belangrijk! Creatief denken kun je leren. De hersenen kun je trainen om 'in kronkels te denken'.

Creativiteit is echter slechts een onderdeel van beeldend. Beeldend omvat veel meer. Verbeelden gaat over zichtbaar maken van de zoektocht naar antwoorden op de vraag 'wie ben ik'. Verbeelden gaat over jouw en mijn plek in de cultuur waarbinnen we leven. De groep waarbinnen je leeft is bepalend voor wie je bent, wie je wordt. Beeldend gaat over juist dat bewust worden.

Verbeelden is een kenmerk van de menselijke natuur. Dieren kunnen - zover we weten - niet verbeelden. Doen is ook onlosmakelijk met de menselijke natuur verbonden; we lopen rechtop en hebben onze handen vrij om te doen. Onze handen en vingers zijn zo dat we heel fijn en precies motorisch kunnen handelen ... Spelen is een oefening in doen, spelen is een oefening in verbeelden.

Kinderen zijn door hun kindzijn per definitie creatief. Ze hebben alleen ruimte nodig en soms een zetje. Lydia de Jong beschrijft hoe het complexe creatieve proces zichtbaar gemaakt kan worden. Bruikbaar voor professionals, probeer niet aan kinderen uit te leggen hoe het werkt; dat werkt niet. 

Igor Byttebier onderscheidt vijf belangrijke vaardigheden om tot creativiteit te komen: uitstel van oordeel, denken in mogelijkheden,  flexibel associëren, verbeelden en creatief waarnemen. Ook hier lopen de begrippen 'creativiteit' en 'verbeelden' door elkaar. Creatief en verbeeling in de zin van verrassend, nieuw en eigen. Nieuw voor het kind, niet perse nieuw voor de wereld. 


'Een pedagogische benadering'

Hoe kan een kind dat zijn gedachten, gevoelens of ervaringen toont dat fout doen? Een kind doet het nooit fout!

Leerkrachten zullen het kind moeten uitnodigen te vertellen. En als dat kind dan vertelt zal  de leerkracht moeten luisteren zonder oordeel, bewust van eigen stokpaardjes, open en eerlijk...  en de taak van de leerkracht is dan...een volgende stap.  


Voorwaarden om tot verbeelden/creativiteit te komen

Hans van de Braak deed een literatuurstudie. Vanuit de toen beschikbare literatuur (2002) komt hij tot 6 voorwaarden. Voorwaarden om tot creatief denken/gedrag te kunnen komen. Zijn zes voorwaarden zijn een basis om vanuit te beginnen

  • Er moet een drang zijn van binnen om: Motivatie
  • Om de grenzen op te zoeken binnen de (peer)groep is een bepaalde inteligentie nodig: IQ (omstreden!)
  • Je moet mogen zoeken, experimenteren, fouten maken: Ruimte
  • Je moet logisch en niet logisch kunnen denken, jezelf kunnen verplaatsen in de ander: Denkstijl
  • Creativelingen zijn authonome denkers, zijn daarmee lastig, horen niet meteen bij de groep; Persoonlijkheid.
  • Je moet weten waar je over praat; Kennis

Mihaly Csikszentmihalyi heeft het over een vat vol tegenstrijdigheden die de creatieve geest in een (dus) complexe persoonlijkheid verenigt: speels én gedisciplineerd; intelligent én naïef; fantasierijk én realistisch; energiek én ontspannen; gek en gezond. Creatieve mensen moeten sterke persoonlijkheden zijn om die uitersten bij elkaar te houden. 

 

 

'ZOEK HET UIT! kijken Maken Spelen. Beeldend kunstonderwijs op de basisschool'

Een boek voor PABO studenten en leerkrachten basisonderwijs. Een boek dat vanuit de praktijk is geschreven. Een boek vol voorbeelden hoe 'verbeelden' vorm gegeven kan worden. Een boek die suggesties doet cultuur / kunst als kader te nemen voor het hele onderwijs. Een boek waar kinderen de hoofdrol spelen, het uitgangspunt zijn en erkend worden in hun natuurlijke specifieke manier van leren, al spelend. 

In het volle programma van het onderwijs is er amper ruimte om te spelen. Door slim vakken te combineren is er een enorme tijdwinst te halen. Taal en kunst bijvoorbeeld zijn maatjes. Taal leer je door te doen binnen een zinvolle context. Beeldend werk van kinderen biedt die context. Immers als een kind eigen gedachten, eigen gevoelens, eigen ervaringen verbeeld heeft, dan is het (kunst)werk van betekenis, is het (kunst)werk belangrijk, is het (kunst)werk van belang. Het kunstwerk maakt het 'veilig' om over te praten. Het gesprek, de presentatie, de reflectie gaat immers over het kunstwerk. En dat (kunst)werk is ALTIJD GOED. Het (kunst)werk kan niet fout zijn omdat het gaat over eigen gevoelens, eigen gedachten en eigen ervaringen en die kunnen niet fout zijn. 

Wiskunde en kunst, geschiedenis en kunst, natuurkunde en kunst zijn geweldig goed te combineren. De vakdidactiek van de verschillende vakken blijft behouden. Het ene vak is geen flauwe illustratie bij de ander. Kunst is de moeder van alle vakken.

Het is een open deur; kleuters kijken anders naar de wereld dan leerlingen van groep acht. Kleuters denken anders dan leerlingen in de midden en bovenbouw van de basisschool. Dus kleuters beleven kunst anders dan de leerlingen uit andere bouwen. Logisch als daar in het kunstonderwijs rekening mee wordt gehouden. Kleuters associeren, experimenteren, ontdekken, verwonderen, spelen. Leerlingen in de middenbouw van de basisschool gebruiken schema's  om de wereld eigen te maken. Een voorbeeld van een schema i is een vierkant met een driehoek erop (= huis). Door kennis te vergaren krijgen kinderen weet van nuances. Als je iets van details kent, kun je die zien. Zo worden steeds details zichtbaar. Leerlingen van de bovenbouw zien de wereld steeds realistischer en willen die wereld vastleggen. Mooi, ambachtelijk en vriendelijk. De ontwikkeling van kinderen geeft houvast, tegelijkertijd is elk kind in de ontwikkeling uniek. Iedereen in de praktijk weet dat, dat maakt het werk interessant  en moeilijk.

Kinderen groeien op binnen een cultuur. De familie waarin de kinderen opgroeien is bepalend. De familiecultuur neemt het kind mee naar school. Al de familieculturen bij elkaar vormen de schoolcultuur. De schoolcultuur gaat heel langzaam maar zeker richting een wereldcultuur. Elk kind leert om zich te verhouden tot zichzelf én de cultuur. Binnen de gemeenschap, binnen de cultuur wordt een mens bepaald. Een zaak dus om de cultuur te leren kennen.

Technieken zijn opzichzelf niet interessant. Ze worden interessant als je ze nodig hebt om tot verbeelding te komen. Leerlingen van de bovenbouw beginnen behoefte te krijgen aan technische instructies. Zij willen weten. En net als bij rekenen, het gaat bij tekenen ook om begrijpen. Perspectief teken heeft bijvoorbeeld alles te maken met jezelf; jij bent de maat der dingen. Als je dat eenmaal weet, kun je in verhouding dus in perspectief tekenen.

Voorwooord van Chiel van Veen, lector Urban Care & Education aan de Hogeschool Windesheim en universitair hoofddocent onderwijswetenschappen aan de vrije universiteit Amsterdam.

Hoofdstuk 1. Knutselen versus verbeelden of de verbeelding aan de macht. 

Hoofdstuk 2. Unieke ontwikkeling vraagt om unieke afstemming.

Hoofdstuk 3. Cultuur gaat over wie je bent.

Hoofdstuk 4. Bekijk het! Reflecteren op eigen en andermans werk

Hoofdstuk 5. Creativiteit en verbeelding.

Hoofdstuk 6. Beeldende vorming, moeder van alle vakken: vakkenintegratie

Hoofdstuk 7. Praktijkvoorbeelden voor kleuters, midden- en bovenbouw

Versie 2023