De Worstenmannetje
Het draait om grondvormen leren zien.
Besteed veel tijd aan het werken met de grondvormen. Knip de vormen uit en onderzoek de mogelijkheden. Het gaat er niet om dat alles op de millimeter klopt, het gaat er om dat de leerlingen oog krijgen voor de grondvormen en hoe die zich tot elkaar verhouden.
De knipplaat
Een driehoek als bovenlijf, een zelfde driehoek als onderlijf. Deze twee worden over elkaar gelegd met 'in de navel' een draaipunt. Het onder- en het bovenlijf kunnen onafhankelijk van elkaar bewegen. Dit maakt dat het hele figuur geen houten pop wordt. Handen en voeten kunnen (voor de middenbouw) in eerste instantie achterwegen blijven. Voor de bovenbouw horen ze er meteen bij. Het vooraanzicht van de voet is ongeveer de helft van wat er op de knipplaat als voet is afgebeeld.
De schanierpunten
Laat kinderen voelen waar de ledematen aan het het lijf zitten. De gewrichten kun je voelen, zeker als je de armen en benen beweegt. Leerlingen zullen ontdekken dat de armen en de benen als het ware in het lijf beginnen. Dit is belangrijke kennis voor het vervolg.
De twee driehoeken moeten ruim over elkaar gelegd worden. Te weinig geeft een wespentaille, te veel maakt een propje.
Reflecteren op kunst door te reageren
Verzamel foto's van kunstwerken. Laat kinderen een foto uitzoeken. Plak op een groot vel papier. Laat het mannetje reageren op het kunstwerk. Plak op.
Variëren
Knip het hele mannetje in een vloeiende beweging uit. Gebruik niet het mannetje maar het 'negatief'. Knip het negatief in stukken en je hebt een puzzel. Postitief en negatief iets tenopzichte van elkaar verschuiven en er ontstaat een schaduwrand.
Krantenfoto's
Sportfoto's in kranten zijn ideaal om te gebruiken. De sporters op de foto moeten ongeveer de lengte hebben van het mannetje. Zorg voor veel foto's en laat kinderen hun favoriete sporter uitzoeken. Leg de uitgeknipte onderdelen van de knipplaat op de foto.
Tekenen/ Doordrukken
Teken met viltstiften de grondvormen op een kopie van een krantenfoto. Draai het velletje om en zie de doordruk: het worstenmannetje. Leg op de doordruk de onderdelen van het mannetje.
Naleggen
Leg de doordruk links en leg de vormen rechts na. Ze moeten overeen komen.
Omtrekken
Leg een mannetje, plak het op een vel papier en knip dan het mannetje uit. Het hoofd moet aan het lichaam vast zitten.
Leg het mannetje op een vel papier en zet de stiftpunt tegen de zijkant van het figuurtje. Je trekt het om.
Speel met verschillende figuren naast, over, achter elkaar.
Construeren/ Tekenen
Pas als er heel veel geoefend is met de grondvormen, begint het uit de vrije hand tekenen. Zet lekkere muziek op. Dans met de leerlingen. Zet de muziek plotseling af, de leerlingen bevriezen hun houding. Zorg dat je deze houding herinnerd en dat je hem straks weer kunt aannemen. Voel hoe je boven en onder lichaam zich verhouden ten opzichte van elkaar en teken. Hoe staat jouw hoofd, teken. Etc.
Afwerken
Versie 2023