Met het leven begint leren met waarnemen. Waarnemen in de betekenis van ervaren, herinneren, herkennen, observeren, kennen... De structuur van de hersenen wordt in eerste instantie bepaald door 'de waarneming'. Rond vier jaar zijn de hersenen zover ontwikkeld dat het dominate denken van waarnemen naar 'verbeelden' verschuift. De hele basisschoolleeftijd blijft het dominante denken 'verbeelden'. Verbeelden in de betekenis van verzinnen, voorstellen, fantaseren, voorspellen, inleven en spelen. Als leerkrachten zullen we daar ons terdege bewust van moeten zijn. Zo kunnen we aansluiten bij het denken van leerlingen. De kern van kunstonderwijs is verbeelden.
Kunstonderwijs helpt jezelf en de wereld te ontdekken. Kinderen vinden zichzelf constant uit in relatie tot anderen. Voor kinderen op de basisschool zijn er twee centrale vragen: 'Wie ben ik ten opzichte van mijzelf?' en 'Wie ben ik ten opzichte van de ander?'. Vragen met louter persoonlijke antwoorden als er al antwoorden mogelijk zijn. Het gaat om bewust te worden van eigen gedachten, eigen gevoelens en eigen ervaringen: een ander kan mij immers niet vertellen wie ik ben en toch heeft die ander een inmense invloed; ik wil er bij horen, niet alleen zijn. Daarmee is de cultuur waarbinnen ik opfgroei van groot belang.
We zullen onze weg in de wereld moeten vinden. Kinderen zijn van nature nieuwsgierig. Ze leren door te spelen en vinden al spelend uit wie ze zijn ten op zichte van de speelmaatjes. Spelen als oefening om straks in het echte leven te begrijpen hoe jij werkt in de complexheid van het leven. Spelen is cruciaal! (Rob Martens 2019)
Spelen en verbeelden liggen in elkaars verlengde, overlappen elkaar. Ik toon met mijn kunstwerk wie ik ben. Met mijn kunstwerk breng ik een gesprek op gang. Ik neem de ander mee in wat ik zie en daarmee wat ik voel, ken en ervaren heb. Met het kunstwerk leer jij mij kennen. Terry Barrett zegt dat met kunst de wereldvrede dichterbij kan komen omdat we via kunst elkaar leren kennen.
Valkuil voor de leerkrachten basisschool. Pas als kinderen rond twaalf jaar oud zijn begint het 'conceptualiseren'. Conceptualiseren in de betekenis van waarderen, oordelen, classifiseren, benoemen, interpreterenen, labelen. Weer later - rond het veertiende levensjaar - is het dominante denken 'analyseren'. Analyseren in de betekenis van testen, onderzoeken, ontleden, verbinden, logisch denken. (Barend van Heusden) Wij volwassenen moeten dus niet vergeten dat conceptualiseren en analyseren bij de volwassenen horen en niet perse bij het kind.
Kinderen maken in hun beeldend werk hun denken, voelen en ervaren zichtbaar. Kinderen vertellen verhalen, ze hebben betekenis gegeven binnen hun eigen logica. Vraag dus naar die verhalen; die zijn interessant. Zo leer je het kind kennen. Oordeel niet over de uitvoering, die mag best nog on-handig zijn. Pas in de bovenbouw van de basisschool begint het ambachtelijke belangrijk voor de kinderen zelf te worden.
Vraag dus naar de verhaken en het kerndoel 'reflecteren op eigen werk' krijgt gestalte. Cultuur toont zich in kunstwerken van kunstenaars; kijk en vraag wat er gezien wordt en koppel dat wat gezien wordt aan eigen ervaring, gedachten en gevoelens. Vertel elkaar en ik maak kennis met jouw wereld (cultuur) en leer door jouw ogen kijken.
Spelen is voor kinderen de natuurlijke manier om de wereld en zichtzelf te onderzoeken. Spelen is doen. Spelen is ervaren met al de zintuigen. Spelen is actief zijn. Spelen is lef hebben; de grenzen verkennen, Spelen met elkaar is testen wat werkt. Spelen is de basis van leren - zeker op de basisschool - gaat het over 'doen'. Al doende leren kinderen.
Overgenomen van de website 'Educatie en school'
'De wetgever in het onderwijs heeft vastgesteld dat basisscholen kinderen tot leren moeten brengen. Wat kinderen aan het eind van groep 8 moeten beheersen is in hoofdlijnen vastgelegd in een aantal doelstellingen, kerndoelen genoemd. Door deze kerndoelen wordt een gevarieerd aanbod gewaarborgd, dat ook maatschappelijk herkenbaar is. De kerndoelen doen geen uitspraak over de te volgen didactiek. Het is aan de scholen zelf te bepalen op welke wijze en met welke materialen dit moet gebeuren. Waar mogelijk zouden de kerndoelen in samenhang aan bod moeten komen. Uiteraard wordt e.e.a. gevolgd door de inspectie op het basisonderwijs. De huidige reeks kerndoelen is in 2009 ingevoerd'.
Verantwoording vanuit literatuur. Met kinderen naar buiten gaan en de wereld bekijken door de ogen van de kunstvakken / cultuur, is niet alleen leuk. Buiten de 'normale' routine van elke dag dingen doen - een situatie waarin je niet kunt varen op de automatische piloot - stimuleert de executieve functies. (Mens, Boonstra en Tjallema (2015)).Volgens Riessen en van Manen (2011) werkt omgevingsonderwijs stimulerend motiverend en verhoogt de interesse in zaken waar voorheen geen interesse voor was. De leefomgeving van het kind staat centraal voor dat kind. Jelle Jolles (2011) zegt dat de omgeving (van het kind) is de sleutel van de ontwikkeling van het brein. Graft en Kemmes (2007) voegen toe dat voor kinderen in de basisschoolleeftijd handelen met concreet materiaal van wezenlijk belang is om tot begripsvorming te komen. Letterlijk grip te krijgen op de omgeving. Door samen er op uit te trekken en opdrachten te doen en daardoor te moeten communiceren wordt het respect hebben voor elkaar gestimuleerd. De leerkracht krijgt respect als hij zich gedraagt als ondersteuner en begeleider en open vragen stelt en luistert naar de antwoorden en doorvraagt. Ryan en Deci stellen dat betrokkenheid ontstaat als iets interessant is. Positieve feedback helpt aan de behoefte van competentie te voldoen. Brand 2010 maakt duidelijk dat een coachende rol van de leerkracht de autonomie van de leerling vergroot.
Animatie
Ik - Ino de Groot - noem mijzelf 'Kunstmeester'. Na 25 jaar in het basisonderwijs en speciaal onderwijs (inclusief 5 jaar kleuters) gewerkt te hebben, werk ik nu op een hogeschool (PABO). De ervaring als basisschoolleerkracht heeft mijn denken over beeldend onderwijs gevormd. Hans Koopman - toentertijd docent HKU - legde een theoretisch fundament onder mijn ervaring en bevestigde mijn ervaring. Daar ben ik Hans dankbaar voor.
Ik ben kunstenaar en ook heel erg 'schoolmeester' Mijn visie op leren is samen te vatten rondom de uitspraken: Spelen is leren. Spelen is genieten. Spelen is doen. Spelen is ontdekken, ervaren, bewonderen, verwonderen, experimenteren... Plezier als basis. Zonder plezier is er geen leren. Ik - als docent - kan leren niet afdwingen; ik kan de sfeer scheppen waar leren mogelijk is, ik kan spelen voordoen, ik kan mijn genieten zichtbaar maken, ik kan echter niet voor jou leren; dat zal je zelf moeten doen. Elk kind wil spelen, elk kind wil leren. Dat is de aard van het kind. Ik zet mijn studenten op een spoor van spelen, genieten, doen door het zelf (voor te) doen.